Januari een saaie maand? Niet als je het over een andere creatieve boeg gooit. Daag jezelf uit met deze vijf haarkleuren. Maak je de winter een stuk gezelliger mee!
Dit zijn de vijf haarkleuren die je echt moet proberen deze winter.
#1 Buttercream Blonde
Heb je al een blonde haarkleur van jezelf en durf je het aan om een tintje lichter te gaan? Dan is de haarkleur Buttercream Blonde misschien wel wat voor jou. Het is een lichte blonde kleur die warmer oogt dan platinum. Wanneer je al blond van jezelf bent, heb je ook geen last van een gigantische uitgroei. Wel zo handig nu de kappers dicht zijn.
#2 Wintery White
Dit kapsel is voor de romantici onder ons die net het hele seizoen van The Witcher of Game of Thrones hebben gebinged. Dit winterse kapsel is wel heel cool… Dit ultra witte kapsel is een hit in modeland en ook wij zien deze haarkleur wel zitten. Let wel: het verf-proces is zeker wanneer je donker haar hebt van jezelf een intensief proces. Maar wanneer jij op wil vallen, heb jij dat er zeker voor over.
#3 Fantasy Blue
Is opvallen jouw ding en vind je de eerste maanden maar een saaie bedoeling? Spice it up met deze fantasierijke haarkleur. Waar we in 2021 nog vooral roze lokken zagen, voorspellen we dat babyblauw het stokje gaat overnemen in 2022. Het staat mooi bij een blanke huid en haalt ook direct eventuele roodheid in het gezicht voor je weg. Een mooie én handige haarkleur dus!
#4 Grey is the new black
Waarom je grijze lokken verschuilen onder een nieuwe haarkleur? Je mag ze in 2022 gewoon laten zien. Omarm je grijzende haar en werk de rest van je haar bij in dezelfde kleur. Hoef je ook niet meer om de haverklap naar de kapper in 2022. Hoe fijn is dat?!
#5 Cinnamon Red
Deze haarkleur schreeuwt winter! Of het nu komt doordat de feestdagen er net op zitten of dat we nostalgische gevoelens hebben naar de jaren 70’: Cinnamon Red is aan de hand. Mooi voor brunettes die een warmere toon in hun haar willen aanbrengen.
Meer weten over de haartrends van 2022? Houd onze speciale Hair-pagina dan goed in de gaten!
Tekst: Renée Prenger