Om de paar weken staat de afspraak bij de nagelstyliste rood omcirkeld in je agenda. Maar stiekem kost het best veel geld om te kiezen voor een specialist. Waarom probeer je het niet een keer zelf? Met onze manicure at home gids gaat het je geheid goed af.
Tijd voor een manicure at home!
Een avondje voor jezelf. Kaarsjes aan. Goed glas wijn op het bijzettafeltje en klaar voor die manicure at home. Met onze tips heb je zo mooi verzorgde nagels zonder dat daar een stylist voor aan te pas hoeft te komen.
Tip 1: maak je nagels schoon met papier
Normale katoenen watten kunnen afgeven als je de nagellak eraf haalt met nagellak remover. Een goed alternatief is een klein stukje papier of tissue. Of gebruik katoenen watten die speciaal voor de nagels zijn gemaakt (en dus niet uitvallen).
Tip 2: bepaal van tevoren welke vorm je nagels moeten krijgen
Vijlen is een stuk beter dan het knippen van je nagels. Maar voordat je daar mee aan de slag gaat, moet je wel weten welke vorm je nagels moeten krijgen. Onze tweede tip is dan ook het doen van research. Zorg dat je weet of je moet toewerken naar een ovale, vierkante of ronde nagel.
Tip 3: polijst je nagels voordat je gaat lakken
Het is verleidelijk om na het vijlen direct je basiscoat aan te brengen, maar vergeet het polijsten niet! Deze stap zorgt ervoor dat de lak stukken langer blijft zitten. Daarnaast verwijder je met deze stap scherpe stukjes van je nagels. Wel zo fijn!
Tip 4: duw je nagelriemen (voorzichtig) terug
Maak je nagelriemen eerst zacht met de hulp van kokosolie. Gebruik een speciaal houten stokje om je nagelriemen terug te duwen. Wees extra voorzichtig. want je wil hier geen kleine wondjes veroorzaken.
Tip 5: gebruik dezelfde houten stok om restjes mee weg te halen
Heb je een beetje geknoeid? Dat is helemaal niet erg! Oefening baart kunst. Gebruik het houten stokje van zonet om de restjes nu ze nog nat zijn weg te halen.
Voilà! Klaar is je perfecte manicure at home <3.
Is je nagel gebroken? Geen paniek! Zo maak je ‘m weer als nieuw. Klik hier voor het artikel.
Tekst: Renée Prenger